Gratis verzending vanaf €50! (behalve op stoffen)

Knip en Stik kleedje©

Gepost door Lisa Leleu op

KMLeon Knip en Stik kleedje©

Wat heb je nodig?

  • Je kant-en-klare bedrukte stof, voorgewassen, gedroogd en gestreken (*zie wasvoorschriften op het einde van deze werkbeschrijving)
  • Gewone naaimachine met een tricot tweelingnaald
  • Optioneel: overlockmachine
  • Garen in een bijpassende kleur (Tip: maak je een t-shirt met kleurvlakken? Dan kan het net leuk zijn om een contrasterend kleur garen te gebruiken!)
  • Spelden
  • (Stof)schaar
  • Strijkijzer
  • Meetlint
  • Kleermakerskrijt
  • Werkwijze

xtagstartzemEen tip voor je begint: de naadwaardes zijn reeds inbegrepen in je patroon. Die staan echter niet aangeduid, aangezien je dan zichtbare lijnen op je t-shirt zou kunnen krijgen. Hou er rekening mee dat er aan alle naden 1 cm extra getekend is. Dit betekent dat je alle naden (met uitzondering van de zoom en de mouwzomen) op 1 cm breedte zult stikken. Op de meeste naaimachines staan kleine streepjes op de steekplaat, die je kan gebruiken om altijd dezelfde breedte aan te houden:

 

Meet met een lintmeter na welk streepje je kan volgen, door de afstand tussen het streepje en je naald te meten. Val je net tussen twee streepjes in? Dan kan je je naald altijd verplaatsen naar links of rechts.

 

Work description:

1. Knip de 11 delen van je kleedje uit de stof (voorpand, achterpand, 2 mouwen, een nekboord, 2 rokdelen en 4 zakken). Knip op de stippellijn, niet op de buitenste gekleurde rand. Die laatste dient enkel om te garanderen dat de print over de volledige oppervlakte van de stof geprint wordt. De naadwaardes zijn overal inbegrepen. Je hebt dan 1 cm inbegrepen aan de zijnaden, de hals, de schouders, de nekboord en de mouwen. Aan de onderste mouwboord en de zoom van je kleedje is 2 cm naadwaarde inbegrepen.

 

 

Geef een klein knipje (niet te diep!) in de mouwkop en in de bovenkant van het roke, waar het streepje staat. Op die manier weet je straks waar het midden van je mouw én van het rokje moeten komen. Tip: vind je het knipje niet (meer) terug? Vouw dan de mouw of het rokje dubbel, met de zijkanten op elkaar. Beiden zijn symmetrisch, je kan je knipje dus gewoon in het midden van de gevouwen deel geven.

2. Leg de geprinte kanten van voor- en achterpand van je kleedje op elkaar, speld deze vast en naai de schouders aan elkaar. Dit kan je doen met een zigzagsteek op je gewone naaimachine of met de overlock. Wees voorzichtig als je spelden gebruikt in combinatie met een overlock! Zorg ervoor dat de spelden niet in contact kunnen komen met je messen of je kan zware schade berokkenen aan je overlockmachine. 

 

3. Leg de mouwen (indien 2 verschillende mouwen: kijk goed welke de linkse en welke de rechtse mouw is!) met de geprinte kant op de geprinte kant van voor- en achterpand. Het knipje in de mouw duidt het midden van de mouw aan en dat leg je midden op de vorige naad (schoudernaad).



Speld vast. Tip: speld eerst het midden en de twee uiteinden vast, dan pas de rest, op die manier zal de mouw mooi in de armsopening passen. Naai de beide mouwen in de armsgaten (ook hier weer met een zigzagsteek of met de overlock).

 

4. Neem nu de twee rokdelen en geef aan de bovenkant op minder dan 1 cm van de boord twee stiksels. Gebruik hiervoor je gewone naaimachine, met een tricotnaald. Zorg ervoor dat je de draden lang laat voor je begint de naaien en ook weer lang afknipt. Maak de draden niet vast door weg en weer te naaien. . Tip: gebruik ook een lange steeklengte! Door twee draden te gebruiken, zul je de rimpels die je straks maakt mooier kunnen verdelen over de hele lengte.

5. Zorg er nu voor dat je de beide boven- en onderdraden goed uit elkaar houdt. Om te rimpelen, zal je aan beide draden tegelijk trekken, maar dan moet je wel aan beide bovendraden of beide onderdraden tegelijk trekken.  

 

6. Zet de bovenkant van het rokje aan de onderkant van het voorpand, met de goede kanten op elkaar (beide rokdelen zijn dezelfde, dus hier maakt het niet uit welke van de twee je gebruikt). Zet eerst een speld aan de beide zijkanten en dan 1 in het midden. Dat herken je aan het knipje dat je eerder gegeven hebt. Trek dan nu aan 2 boven- of onderdraden en rimpel de stof, zodat de lengte van de gerimpelde stof even lang is als de lengte van het bovenpand. Tip: het is gemakkelijker om dit in 2 stukken te doen, daarom dat je ook een speld steekt in het midden. Je rimpelt dus eerst de ene helft, en dan de andere.

7. Speld alles vast en doe hetzelfde voor het achterpand. Naai met de overlock, of met een zigzagsteek op je naaimachine de delen aan elkaar.

 

Je zal nu de draadjes die je gebruikt hebt voor het rimpelen simpelweg lostrekken. Zitten ze toch een beetje vast? Gebruik dan een tornmesje om deze los te maken. Zitten ze mooi in de steken van de overlock verwerkt, dan kan je die gerust laten zitten, ze zullen dan niet zichtbaar zijn aan de voorkant.

8. Speld de zakken op het rokgedeelte, zo’n 3 cm van de gerimpelde naad. Leg ze met de goede kanten op elkaar. Zorg ervoor dat je twee verschillende zakken hebt op elk rokdeel. Elk rokdeel moet dus 2 zakken hebben.

Zet ook deze vast met de overlock of met een zigzagsteek op je gewone naaimachine. Je moet enkel dit stukje naaien, de zijnaden worden afgewerkt als je alles in elkaar steekt.

9. Vouw het kleedje nu helemaal dicht, met de geprinte kanten op elkaar. Ook de mouwen vouw je dicht en de zakjes leg je mooi op elkaar. Je krijgt nu je volledige kleedje binnenstebuiten te zien. Speld de beide kanten vanaf de mouw tot aan de zoom volledig vast. Tip: het patroon (strepen, kleurvlakken,…) zou vanzelf of elkaar moeten passen, maar kijk dit toch goed na, terwijl je alles vastspeldt. Doordat de stof elastisch is, kan die soms een beetje rekken, waardoor de stukken onbedoeld niet meer helemaal zouden kunnen passen. . Naai deze naad dicht met de zigzagsteek of de overlock.

10. Maak je een kleedje met een V-nek? Sla dit deel (punt 10) dan over en neem er de V-nek add-on handleiding bij. Volg die volledig en herneem dan deze handleiding op punt 11. Neem nu de nekboord en zet de korte uiteinden aan elkaar vast (geprinte kanten aan elkaar).

 

Vouw de nekboord nu in twee (eventueel kan je deze plat strijken). Draai je kleedje naar de goeie kant, zodat die goede kant (geprinte kant) nu naar buiten ligt. Leg de nekboord met de open kant tegen de halsuitsnijding. Speld deze vast, terwijl je die een beetje openrekt. Je zal zien dat de nekboord kleiner is dan de halsuitsnijding, maar dat hoort zo. Op die manier zal je een mooi aansluitende nekboord maken.

 

Zorg ervoor dat de de naad van de korte uiteinden aan het midden van de nek aan je achterpand uitkomt.

 

 Tip: om dit gemakkelijk te doen, kun je eerst het midden van je voor- en achterpand met een speldje aanduiden, door je kleedje dubbel te vouwen en een speldje in het midden te steken.

 

Zet nu de nekboord vast aan de hals van je kleedje. Gebruik hier zeker een zigzagsteek of de overlock voor, want dit is een stuk van je kleedje dat dikwijls uitgerokken wordt en dan is zo’n rekbare steek absoluut vereist! Rek je kleedje een klein beetje uit terwijl je naait, dat voorkomt eventuele (zichtbare) plooitjes aan de halsuitsnijding.

 

11. Werk de zoom van het kleedje en van de mouwen af met een zigzag- of een overlocksteek.

Duid vanaf de onderkant rondomrond 2 cm aan en vouw deze dan naar binnen. Je kan deze ook weer plat strijken.

Speld die zomen nu vast en zet ze vast met de naaimachine met tweelingnaald.

Tip: zorg ervoor dat je zo dicht mogelijk bij de open rand naait, dit zal ervoor zorgen dat je uiteindelijke zoom mooi plat blijft liggen en niet omkrult.

Tip: voor het mooiste resultaat begin je hiervoor ook in het midden van het achterpand.

 

  1. Klaar!

 

 

* Wasvoorschriften:

wanneer je je stof ontvangt, dan moet je die altijd wassen, om te vermijden dat die krimpt nadat die geknipt en genaaid wordt.

Zorg ervoor dat je de stof wast (bij voorkeur in een wasnet, om verkleuring door wrijving in de wasmachine te voorkomen). Gebruik een mild wasmiddel. Zorg ervoor dat je wasmachine is ingesteld op 800 toeren per minuut of minder. Droog de stof niet in de droogtrommel, maar hang het open op om te drogen.

Zodra je stof gewassen en gedroogd is, zorg er dan voor dat je die strijkt (liefst op de achterkant van de print), zodat, wanneer je die knipt, de stof mooi plat is.

Na het knippen en naaien, was en droog het afgewerkte stuk dan op dezelfde manier. Hierdoor blijven de kleuren van de print zo lang mogelijk levendig.

 

 

 


Deel deze post



← Ouder bericht


Laat een reactie achter

Let op: opmerkingen moeten worden goedgekeurd voordat ze worden gepubliceerd.